TIJDSREGISTRATIE EN OVERUREN

Herman
Buyssens
26 november 2020

Op 22 mei 2020 oordeelde het Arbeidshof te Brussel in een geschil betreffende overuren dat een werkgever de verplichting heeft om een objectief, betrouwbaar en toegankelijk tijdsregistratiesysteem op te zetten, bij gebreke waaraan hij zich geconfronteerd kan zien met een omkering van de bewijslast inzake de al dan niet gepresteerde overuren.


De werkgever beperkte zich er in casu toe de vordering van de werknemer tot betaling van een aantal overuren gewoonweg te betwisten.


Hij weigerde aan de bewijsvoering mee te werken, terwijl de werknemer betoogde dat hij het bij ontstentenis van een tijdsregistratiesysteem erg moeilijk had om de arbeidsuren te bewijzen.


Uit de manifest onvoldoende medewerking van de werkgever aan de bewijslevering heeft het Arbeidshof de gegrondheid van de vordering afgeleid.


Het Arbeidshof liep daarbij wat vooruit op de nieuwe bewijsregeling die van toepassing is geworden op 1 november 2020 en waarin de medewerkingsplicht van alle partijen aan de bewijsvoering is opgenomen en tevens is voorzien dat in uitzonderlijke omstandigheden de rechter de bewijslast kan verleggen van de eisende partij naar de gedaagde partij.


Werkgevers die geen tijdsregistratiesysteem hebben ingevoerd, dienen ermee dus rekening te houden dat indien hun werknemers overuren presteren, zij bij betwisting over de omvang van die overuren wel eens tot betaling ervan zouden kunnen gehouden zijn, ook wanneer ze in werkelijkheid niet of niet in die mate zijn gepresteerd.  De werkgever zal bij gebreke aan degelijke registratie van de gepresteerde arbeid immers de bewijslast dragen van het tegendeel.


Betwisting blijft dus wel mogelijk, maar dan zal de werkgever concrete elementen moeten aanbrengen om hard te maken dat de overuren effectief niet zijn gepresteerd. 


De uitspraak van het Arbeidshof is gebaseerd op eerdere rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. In een arrest van 14 mei 2019 werd geoordeeld dat de Spaanse wetgeving, die geen tijdsregistratie voorziet om in alle omstandigheden de dagelijkse en wekelijkse arbeidstijd van iedere werknemer te registreren, strijdig is met de bepalingen van de toepasselijke Richtlijn 2003/88/EG, in die zin dat enkel een objectief en betrouwbaar tijdsregistratiesysteem de rechten van de werknemer die uit voormelde richtlijn voortvloeien kan waarborgen.


Mutatis mutandis lijkt hier ook de Belgische Staat in gebreke te blijven om de hogervermelde richtlijn correct te implementeren, hetgeen niet wegneemt dat de Belgische rechter gehouden is de Belgische regelgeving zodanig te interpreteren dat het nuttig effect van de Europees verankerde bescherming doorsijpelt tot op het nationale niveau. Het arrest van het Arbeidshof Brussel is daar een toepassing van.


De Belgische wetgeving kent slechts in een beperkt aantal gevallen de verplichting om een tijdsregistratiesysteem op te zetten. 


Een voorbeeld.  In geval van een glijdend uurrooster voor deeltijdse werknemers met een vast werkrooster, moet voorzien in een systeem van tijdsopvolging dat voor elke betrokken werknemer de duur van zijn dagelijkse arbeidsprestaties, te weten begin en einde van deze prestaties en rustpauzes,  registreert.


De wet bepaalt niet wat moet worden begrepen onder een “systeem van tijdsopvolging”.  Het moet niet noodzakelijk om een systeem gaan dat elektronisch werkt (door middel van een prikklok of ander systeem), maar het moet wel toegankelijk zijn en een zekere waarborg bieden.   Wat dit precies inhoudt kan men niet uit de wet afleiden.


Deze regeling geldt wanneer een glijdend uurrooster van toepassing is bij een deeltijdse werknemer met een vast werkrooster, maar de wet voorziet geen enkele verplichting tot tijdsregistratie bij een vast uurrooster in geval van een voltijdse tewerkstelling.


Overuren die in het raam van een voltijds vast uurrooster worden gepresteerd, moeten dus volgens de wet niet noodzakelijk opgenomen worden in een systeem van tijdsopvolging, al stelt bepaalde rechtspraak sinds kort dus wel dat dit aanleiding geeft tot een omkering van de bewijslast inzake overuren.

blogs overzicht