Geen loongrens meer bij scholingsbeding knelpuntberoepen

Herman
Buyssens
15 maart 2019

Met een scholingsbeding verbindt de werknemer zich ertoe een deel van de opleidingskost terug te betalen indien hij het bedrijf vrijwillig verlaat vóór het einde van de afgesproken termijn van het beding (maximum drie jaar).

Het beding heeft geen uitwerking tijdens de eerste zes maanden vanaf de aanvang van de overeenkomst of indien de werkgever opzegt zonder dringende reden.

Het scholingsbeding moet normaliter beantwoorden aan een aantal voorwaarden :

De werknemer moet een jaarloon hebben van minstens 34.819,00 € (bedrag van toepassing op 1 januari 2019);

De vorming moet hem toelaten om nieuwe professionele competenties te verwerven, die desgevallend ook buiten de onderneming kunnen gevaloriseerd worden;

De vorming dient ofwel ten minste 80 uren te bereiken ofwel een waarde hoger dan het dubbel van  het gemiddeld minimum maandinkomen, hetzij 3.187,62 €.

Omdat de jaarloongrens te hoog ligt en ervoor zorgde dat voor veel jonge werknemers geen geldig scholingsbeding kon afgesloten worden, is deze grens nu geschrapt indien het scholingsbeding betrekking heeft op een opleiding voor een functie die voorkomt op de lijsten van de knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de gewesten.

Het is de plaats van tewerkstelling die bepaalt welke lijst van toepassing is.

Deze wijziging is van kracht voor scholingsbedingen aangegaan na 10  november 2018.

Deze maatregel is een onderdeel van de Arbeidsdeal van de federale regering die wil inzetten op de jobinvulling van knelpuntberoepen.

blogs overzicht