Ongewenste neveneffecten van de afschaffing van de immuniteit van de uitvoeringsagent of hulppersoon
Vroeger:
Quasi-immuniteit van hulppersonen
Hulppersonen of uitvoeringsagenten zijn
individuen of organisaties die door iemand anders worden ingezet om bepaalde
taken of diensten te verrichten. Bijvoorbeeld werknemers, bestuurders van
vennootschappen, freelancers, consultants, enz.
De quasi-immuniteit van een hulppersoon of
uitvoeringsagent betekende dat een werknemer of zelfstandige freelancer die in
uitvoering van zijn werk een fout maakte, niet rechtstreeks door de schuldeiser
van zijn/haar werkgever/opdrachtgever aansprakelijk kon worden gesteld voor
eventuele schade. Hetzelfde gold bijvoorbeeld voor consultants die via hun
managementvennootschap opdrachten namens de vennootschap uitvoerden voor
derden. De werkgever/opdrachtgever kon de werknemer/freelancer/consultant wel
aanspreken, gezien er een contract is tussen hen. Zij waren was dus immuun voor vorderingen van
de klant van de werkgever/opdrachtgever, maar niet voor die van de
werkgever/opdrachtgever.
Voor werknemers gelden evenwel beperkingen in
de aansprakelijkheid in de relatie tussen de werkgever en werknemer
overeenkomstig artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet. Daarom sprak men van quasi-immuniteit.
Nu: Afschaffing
van quasi-immuniteit
De wijziging van Boek 6 BW zorgt voor een
afschaffing van de quasi-immuniteit van hulppersonen. Daardoor kan een
benadeelde/derde voortaan ook de hulppersoon rechtstreeks aanspreken, zelfs als
de schade puur voortvloeit uit een gebrekkige uitvoering van het contract.
Deze wijziging is van dubbel belang voor organisaties:
1. Onderaannemers: uw onderaannemers kunnen voortaan rechtstreeks
worden aangesproken door uw klant, indien de onderaannemer fouten begaat in de
uitvoering van zijn diensten en daarmee aan de klant schade berokkent.
2. Werknemers: uw werknemers kunnen nu óók
rechtstreeks aangesproken kunnen worden door uw klant of uw onderaannemer,
indien zij fouten begaan in de uitvoering van hun werkzaamheden en daarmee aan
de klant of onderaannemer schade berokkenen.
Zij behouden weliswaar de bescherming van de beperking van hun aansprakelijkheid
uit de arbeidsovereenkomstenwet, tenzij de schade het
gevolg is van een aantasting van de fysieke of psychische integriteit of
wanneer er sprake is van een fout van de werknemer met de bedoeling schade te
veroorzaken.
Ongewenste neveneffecten:
Voor werknemers en dienstverleners is dit een erg ongemakkelijke situatie,
die een remmend effect kan hebben
op hun bereidheid om beslissingen te nemen of innovatieve oplossingen te
proberen, uit angst voor persoonlijke aansprakelijkheid en de daarmee gepaard
gaande rechtsonzekerheid en procesrisico’s.
Wij kunnen u helpen om dit verhoogd risico op persoonlijke aansprakelijkheid af te dekken in de overeenkomst met uw onderaannemers of klanten om te vermijden dat werknemers en dienstverleners rechtstreeks aangesproken kunnen worden.
blogs overzicht